Voor t eerst, een goed internationaal sprekende machinist. Het kan dus wel, ook bij NS HiSpeed. Ik denk dat dat pas zo is sinds de verandering van naam. Voorheen was het nog NS Internationaal, waarschijnlijk vond de openbaar vervoerder de naam NS Hispeed de lading beter dekken, al kan ik dat dan weer niet echt begrijpen. De trein waarin ik mij bevind is eigenlijk alles behalve een hoge snelheidstrein. Gewoon een lange rits van treinstellen gebonden achter een elektrische locomotief van zegmaar de Duitse NS, de DB. Terwijl ik in de trein zit maak ik me een voorstelling van dat almachtige Berlijn. De stad van linkse broeders en zusters. Ik reis helemaal alleen, maar vervelend vind ik dat tot mijn verbazing niet. Want ik ga naar Berlijn. De hoofdstad van Duitsland, tot 1990 alleen de hoofdstad van Oost maar nu ook van West. Voor 1990 was de hoofdstad van West het veel kleinere Bonn. De plaats waar menig schaker in 2008 het wereldkampioenschap schaak gevolgd heeft. De man met die moeilijke voornaam won de wedstrijd, hij kwam uit India zo kan ik mij herinneren. Berlijn, alleen de naam klinkt al megalomaan, dat moet wel iets bijzonder voorstellen. Ook Geert Mak schreef in zijn boek In Europa over de stad. Hij concludeerde toch vooral dat Berlijn een wannabe stad was. Ik ben benieuwd of dat nog zo is.
Inmiddels ben ik vlakbij station Apeldoorn, het gebouw van Centraal Beheer prijkt fier aan de hemel ook al telt het gebouw maar negen verdiepingen. Het gebouw heeft ook nog een ondergrondse parkeergelegenheid. Tegenover mij zit een man van waarschijnlijk Duitse komaf. Hij leest een boek getiteld: De nieuwe Deutsche Bank. Met een leesbrilletje op zijn hoofd geschoven, maar niet voor zijn ogen leest hij zorgvuldig de informatie die zijn boek te bieden heeft. Opeens verschijnt er een lach op het gezicht van de man. Kan het zijn dat zakelijke boeken misschien toch niet zo droog zijn en iets van humor bevatten? Ik kan het me moeilijk voorstellen.
Terwijl we op het station van Apeldoorn tot stilstand zijn gekomen is iemand al zijn Nokia-ringtones aan het beluisteren, welke zal hij toch voor dagelijks gebruik gaan kiezen?
De mobieltjes zijn zeer in trek, dat is te merken. Mijn buurvrouw en buurman aan de rechterkant, die duidelijk in de vakantiestemming verkeren, zijn druk bezig om foto’s en video’s van het scherm van hun mobieltje te bekijken. Rechtsachter mij lijkt een jongen van een jaar of twintig een gesprek te hebben met een goede vriend, het gaat over toetsen ten cijfers. De man tegenover mij loopt opeens weg, waarschijnlijk een bezoek aan het toilet of aan de restauratie. Hij komt terug en tovert een appel en een zakje met daarin droog brood tevoorschijn. Stomverbaasd kijk ik hoe de man een droog stuk stokbrood verorberd. Hij raapt zo af en toe een paar stukjes broodkruimels van zijn trui en stopt die ongegeneerd in de plaats waar het oorspronkelijk in moest, de mond. Een aantal mensen kijkt bedenkelijk naar buiten, een aantal slaapt. Rechtsachter mij hangt een man slapend met zijn mond open tegen zijn zitting, bril op en lichtademend.
De machinist neemt weer het woord en weet ons te melden dat we zijn aanbeland bij de laatste Nederlandse stop: Deventer. Zelf dan maar even een telefoongesprek voeren, met mijn moeder. Ik vertel haar mijn locatie en dat ik nu dan toch echt bijna in Duitsland ben. Ze sommeert me rustig aan te doen en veel plezier te hebben. Het doet haar goed te horen dat ik mijzelf in de trein kan vermaken door middel van mijn laptop. Typen doe ik immers graag, zeker als het een verhaal betreft. Nog even snel mijn mail gecheckt waaruit blijkt dat mijn hoofdredacteur een artikel over de lokale cijfers van de Tweede Kamerverkiezingen goedkeurt. Mijn rechterburen zijn naar een andere plaats vertrokken. Waar ze resideren weet ik niet. Ik zal ze tijdens de reis waarschijnlijk niet meer zien. Er zijn nieuwe buren voor in de plaats gekomen. Een drietal dames dat actief aan het praten is met elkander. Een van hen is licht getint en eet een pizzabroodje. Tegenover haar zit de andere gespreksgenoot. Ze is in het roze gehuld en heeft waarschijnlijk ooit een pizzabroodje teveel gegeten aan haar postuur te zien. Naast haar zit een afgeleide jonge vrouw die het gesprek heeft verruild voor haar laptop. Het gespreksonderwerp van de inmiddels twee in gesprek zijnde dames is Kip Tandori. Uiteindelijk blijkt dat de dames zelf toegeven dat ze niet kunnen koken en jaloers zijn op de kookkunsten van moederlief. Mijn flesje Spawater lonkt naar me, ik neem een slok. Een typisch Hollands landschap vliegt aan mij voorbij, zwart-witte koeien op een groen grasveld, Rita eat your heart out!
De man die tegenover mij zit is voor de tweede keer van zijn plaats. Hij komt al snel weer terug. Dan zie ik dat het alweer half één is, tijd voor een lunchpauze. Eens kijken hoe de op het station gekochte sandwich mij gaat bevallen. Na twee happen besluit ik de sandwich weg te gooien, wat was dat ding ranzig! Een kleffe witte boterham met een dot mayonaise en rouwkost, daar bovenop 4 plakken oude Beemster, het smaakte zo zuur, bah bah bah. Ik hoop dat t niet over de datum is. Opeens begin ik te hoesten en krijg ik het zuur. Zou het door de vieze sandwich komen of is de Espresso de stiekeme dader? Ik bied mijn overbuurman en mijn buurdames een snoepje aan, allen bedanken. Zelf neem ik er wel een, in de hoop de vieze smaak uit mijn mond te verbannen. De jonge dame met het pizzabroodje verlaat de trein op station Almelo. De gesprekspartner gaat een paar banken verder zitten. Nu wordt duidelijk dat de dame achter de laptop niets van doen heeft met de twee andere dames. Een mooi pand waarop Centrum Twente op staat, staat te huur. De dame achter de laptop reist waarschijnlijk vaak naar en binnen Duitsland, ze heeft net als mijn overbuurman een kaart van de DB.
Een gevoel van eenzaamheid bekruipt mij uiteindelijk toch. Inmiddels is het één uur en heb ik besloten om maar eens muziek te gaan luisteren. Uit mijn broekzak tover ik mijn Ipod Classic en mijn in-ear oordopjes. In mijzelf lach ik een beetje om het accent van een aantal Tukkers dat in Almelo op de trein stapte. Dan blijkt dat het laatste station in Nederland niet Deventer en niet Almelo is, nee, die eer gaat naar Hengelo. De stem van de machinist bevestigd mijn gedachte. Mijn laatste Nederlandse tweet is de spreekwoordelijke deur uit. Inmiddels regent t best flink. Raar om dan te bedenken dat het in Berlijn op hetzelfde moment zonnig en 29 graden Celsius is.
De vervoersbewijscontroleur oftewel in het Oudnederlands de conducteur lijkt zin te hebben in een extra ronde, want na vijf minuten vraagt hij voor de tweede keer om onze vervoersbewijzen te tonen. Lachend zie ik de overijverige man te werk gaan. Na twee passagiers gehad te hebben constateert hij dat hij dit treinstel al gecontroleerd heeft. Terwijl de man tegenover mij nog altijd aan het lezen is en het laatste stukje Nederlands landschap aan mij voorbij trekt, besluit ik dan toch echt om een naar muziek te gaan luisteren. De machinist roept om dat we zo het eerste station in Duitsland aan doen. Bad Bentheim is de naam. De trein maakt tevens een stop van 10 minuten om van locomotief te wisselen. Ik heb mijn muziek aangezet. Een stel Duitse inspecteurs, vier in totaal komen de trein binnenzetten, waarschijnlijk zoekend naar ongeregeldheden. Rustig lopen ze door, hier niets te vinden. Voor in het treinstel vind een emotionele hereniging plaats, tenminste dat stel ik mij zo voor. Twee vrouwen op leeftijd omhelzen elkaar innig en lijken elkander lang niet meer gesproken te hebben. Het kan ook zijn dat ze uit de trein stapt, ik laat het even in het midden. Ondertussen dwarrelt de fijne muziek van Eddie Vedder mijn oren binnen. Ik stel me onmiddellijk voor dat ik dezelfde reis als Alexander Supertramp maak, de reislustige jongeman uit het boek dat later verfilmt is; Into the Wild. Toevalligerwijs heb ik dat boek nog bij me ook. Na de film gezien te hebben kom ik het boek natuurlijk niet laten liggen. Naast onze trein staat een moderne trein van de Westfalen Bahn geparkeerd. De blauwgroene kleuren doen me denken aan de Connexxion bussen in Holland. In de regen controleert een medewerker van de Deutsche Bahn een elektrische locomotief, zo’n rode waar dan heel bescheiden met witte kleur het logo van de DB op is afgebeeld. Mijn uitzicht begint me ietwat te vervelen. Gelukkig zorgt de muziek voor afleiding, het nummer dat zich afspeelt is een van mijn favorieten: Big hard sun, laatst nog samen met Sven gecoverd. Wat een nummer. Ik krijg meteen kippenvel en een klein traantje in mijn ooghoek. Nu ik mij in Duitsland begeef voel ik me opeens echt een reiziger. Raar gevoel is dat, eenzaam maar krachtig op hetzelfde moment. En dan die muziek, man man man. Krijg het bijna te kwaad. Dan denk ik aan mijn lieve oma, een beetje angstig wenste me gisteren nog veel plezier toe. ‘Doe voorzichtig’ zei ze nog tegen me. Natuurlijk volg ik haar wijze raad op, want wat heb ik eraan als me wat overkomt. Toch zonde van de reis niet? Ik voel me vrij. Heel raar, maar ik voel me echt vrij. Ik denk dat ik het nummer zo nog eens herbeluister. Inmiddels zie ik toch de verschillen tussen het Germaanse en het Hollandse landschap verduidelijken. In plaats van koeien staan hier veel paarden, grote groene velden zijn hier leeg. De huizen lijken wel beduidend groter. Langzaam begin ik een hele lichte glooiing te zien. Of deze standhoud is voor mij een vraag. ‘There’s a big, a big hard sun…’ Dat nummer doet ‘t m. Van te voren had eigenlijk geen idee wat ik zou gaan doen in de trein. Zoals gezegd heb ik een leesboek mee, mijn laptop en wat muziek. Inmiddels denk ik dat een boek lezen is veranderd in een boek schrijven. Nu al drie pagina’s. De man voor mij beweegt. Hij pakt zijn treinkaartje, even achterom kijken leert mij dat de conducteur weer kwam controleren. Ditmaal een jonge Duitse man die vriendelijk tegen elke passagier Danke Schon zegt na dat hij het kaartje of formulier met zijn stempeltang bevuild.
Ik bedenk me dat ik vanavond naar de Nederlandse Ambassade ga om daar de verkiezingsuitslag live te volgen. Volgens René zijn er een aantal expats die een lokaal debat organiseren, moet daar maar aan mee doen. De lichte glooiing van net over de grens heeft zich verhevigt tot kleine heuvels. De eerste windmolens zie ik tegemoet. Het leven lijkt hier zo anders. Veel oude huisjes, dat landelijke, maar toch een soort van vertrouwd. Het heeft niet mijn vertrouwen, maar meer een soort van algemeen vertrouwen. Zo van: ‘Dat zit wel snor’. De muziek van Eddie Vedder heeft inmiddels plaats gemaakt voor de vocalen van El Pino & the Volunteers. Een Duitse omroepster deelt een boodschap mede, iets met Osnabruck, maar ik versta het niet. Ook haar Engels is een verschrikking. Ik besluit het maar voor gehoord te verklaren. Mijn blaas krijgt last van zijn beperking. Een licht opgeblazen gevoel is het gevolg. Ik besluit na de stop bij het volgende station dat al weer naderende is, mijn boodschap te doen. Het blijkt het station van Osnabruck te zijn. Ik realiseer me dat ik een nieuwe achterbuurman heb. Een jonge vrouw van rond de 26 stapt de trein in. Ze blijkt op een gereserveerde plek te gaan zitten. Even later wordt ze door de rechtmatige eigenaar weggestuurd. We kijken elkaar lachend aan. Dan pakt ze haar telefoon erbij en gaat ze nonchalant zitten bellen. Nog iets letter zet ze een mooie koptelefoon op. Een met van die witte rondingen, zo’n retro-ding. Ik hoor de muziek er doorheen. Aan mijn overbuurman vroeg ik in het Engels of hij op mijn spulletjes wilde letten als ik op het toilet zat. Hij stemde toe. Na mijn toiletbezoek kan ik concluderen dat hij zich aan zijn woord heeft gehouden. Alles is er nog. Het is half drie. Ik hoor de rechterachterburen een zakje openen, ik krijg er trek van. Een graanreep dan maar. Ik heb besloten dat de man voor me drie functie kan hebben. 1 Hij is een dokter, daar heeft hij het uiterlijk voor. 2 Hij is een leraar, waarschijnlijk Engelsdocent want zijn uitspraak is perfect. 3 Hij is bankier, dat zou verklaren waarom hij het boek zo leuk vind. Een normaal mens had natuurlijk al lang een gesprek aangeknoopt, maar ik besloot dat niet te doen. Het is simpelweg veel leuker om te bedenken wat hij kan zijn. Hoe het echt zit is dan niet meer zo interessant. De trein dendert door een klein dorpje heen, het bord van het station gaat te snel aan mij voorbij om te kunnen waarnemen in welk plaatsje ik mij op het moment bevind. De dame met de koptelefoon kijkt me erg vaak aan, er lijkt zonder woorden te wisselen een band te zijn ontstaan. Ik besluit voor mezelf dat ze jonger is, een jaar of 22. Uiteindelijk kiest ze voor de rust en sluit ze haar ogen. De trein rijdt een grotere stad binnen, station Lohne wordt met een slakkengangetje overgeslagen. Ik merk op dat Siematic hier zijn hoofdpand gevestigd heeft.
De heuvels van
weleer hebben plaats gemaakt voor kleine bergen. Ik geloof dat ik zojuist voor
het eerst een openlucht moskee heb gezien. Een pleintje waar een soort van
fietsenstallingachtig dakje boven geplaatst is met aan de zijkant een Turkse en
een Duitse vlag. Ik denk gelijk aan de moskee in Maassluis, die naast het
politiebureau. We zijn weer gestopt. Nu bij Bad Oeynhausen, wat me eigenlijk
een lieflijk klein plaatse lijkt. De muslireep van zojuist deed me goed, een
tweede volgde dus al snel. Ja wat moet je anders als je sandwich zuur is? De
conducteur komt weer langs om de kaartjes te knippen van de ingestapte
passagiers. Mooie maar kleine bergen verijken mijn uitzicht. Groen van de vele
bomen. Ik begin me te vervelen, tijd dus voor een spelletje. Naar besluit ga ik
patience. Na een kort stukje rijden is de trein aanbeland op station Minden. Nu
maar hopen dat mensen mijn plek niet hebben gereserveerd. De man tegenover mij
kijkt een aantal maal aandachtig op zijn mobiele telefoon. Ik word steeds
slaperiger. Denk dat ik maar eens lekker muziek ga luisteren en naar buiten ga
kijken. De kleine bergen hebben inmiddels weer plaats gemaakt voor grote
heuvels. De heuvels hebben inmiddels weer plaats gemaakt voor urbaan landschap,
we naderen station Hanover. Mijn overbuurman vertrekt helaas. Het was juist
zo’n interessante man om te
beschrijven. Een nieuwe man heeft zijn plaats ingenomen. De man oogt als een
jonge dertiger. Ondertussen hoop ik dat mijn plaatsje niet opgeëist wordt door
mensen die gereserveerd hebben. Ik besluit een einde te maken aan mijn verhaal
voor nu. De computer gaat uit.
Laatste reacties